Vragen over deze website
Hoe kan ik de figuren interpreteren?
Hoe een boomgrafiek interpreteren?
Hoe een trechtergrafiek interpreteren?
Wat is een gecorrigeerde indicator?
Hoe een boomgrafiek interpreteren?
De boomgrafieken bevatten heel veel gegevens. Dit maakt et een rijke bron aan informatie, maar dit is niet altijd even eenvoudig om te begrijpen. In enkele stappen trachten we uit te leggen hoe u deze figuur kan lezen. Als u naast onderstaande uitleg ook de figuur wenst te zien kan u hier klikken.
Deelnemende voorzieningen worden weergegeven door een zwarte bol en een verticale lijn. De voorziening waarvoor u extra informatie wenst, wordt weergegeven met een driehoek en verticale lijn. De voorzieningen zijn gesorteerd op basis van het aantal patiënten met de aandoening, gaande van de voorziening met het minste patiënten (linkerkant) naar het meeste patiënten (rechterkant). De zwarte bol of driehoek is het berekende resultaat voor een voorziening. De vertical blauwe lijnen die u voor iedere voorziening ziet, komen overeen met de betrouwbaarheidsintervallen. Een betrouwbaarheidsinterval is een maat van onzekerheid. Onzekerheid is het resultaat van de toegepaste statistiek. Voor meer informatie over de toegepaste statistiek verwijzen we naar de desbetreffende indicatorfiches.
Horizontaal door de figuur kan u ook nog een rode stippellijn zien. Deze geeft de gemiddelde patiënt, over alle voorzieningen weer. Dit in combinatie met de resultaten van de voorzieningen, zorgt voor 3 mogelijke scenario’s:
SCENARIO | UITLEG |
VOORBEELD RELATIEF STERFTERISICO |
||
---|---|---|---|---|
1. De rode lijn loopt door het betrouwheidsinterval van de voorziening. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een gele cirkel. |
De aangegeven voorziening verschilt op basis van de statistische testen niet van de gemiddelde patiënt. | Deze voorziening scoort niet beter of slechter dan gemiddeld over Vlaanderen. | ||
2. Het betrouwbaarheidsinterval ligt volledig boven de rode stippellijn. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een rode cirkel. |
De aangegeven voorziening verschilt op basis van de statistische testen van de gemiddelde patiënt. En heeft een statistische hogere indicatorwaarde dan voor de gemiddelde patiënt. | In deze voorziening is er een hogere kans om te overlijden gegeven de variabelen waarvoor er wordt gecorrigeerd. | ||
3. Het betrouwbaarheidsinterval ligt volledig onder de rode stippellijn. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een groene cirkel. |
De aangegeven voorziening verschilt op basis van de statistische testen van de gemiddelde patiënt. Het heeft een statistische lagere indicatorwaarde dan voor de gemiddelde patiënt. | In deze voorziening is er een statistisch lagere kans om te overlijden gegeven de variabelen waarvoor er wordt gecorrigeerd. |
Hoe een trechtergrafiek interpreteren?
De trechtergrafieken bevatten heel veel data. DIt maakt het een rijke bron aan informatie maakt, maar dit is niet altijd even eenvoudig om te begrijpen. In enkele stappen trachten we uit te leggen hoe u deze figuur kan lezen. Als u naast onderstaande uitleg ook de figuur wenst te zien kan u hier klikken.
Elke deelnemende voorziening wordt weergegeven met een zwarte bol. Het driehoekje stelt de voorziening voor waar u meer informatie over wenst.
Op de horizontale lijn (x-as) worden de voorzieningen gesorteerd op basis van het aantal patiënten met de aandoening, gaande van het kleinste aantal patiënten (links) naar het grootste aantal patiënten (rechts). Voor de overlevingsresultaten is de sortering op de horizontale as gebaseerd op de precisie van het berekende resultaat van een voorziening, dit is gerelateerd aan, maar niet gelijk aan het aantal patiënten.
In deze voorstelling wordt er gebruikt gemaakt van de gemiddelde patiënt over alle deelnemende voorzieningen. Deze wordt voorgesteld met een rode stippellijn. Het blauw gearceerde gebied is het 95% predictieinterval. Bij deze figuur valt het op dat de breedte van deze zone links veel groter is dan rechts, dit is de zogenaamde trechter waarnaar deze grafiek vernoemd werd. Het doel van het predictieinteval (voorspellingsinterval) is dat 95% van de observaties binnen deze zone moeten liggen, indien de variatie tussen de voorzienigen enkel voortkomt uit een verschil in patiëntenpopulatie. Dit interval geeft een bepaalde mate van onzekerheid weer. Aan de linkerzijde, gebaseerd op minder patiënten, is deze onzekerheid groter en is dus het interval breder. Hoe meer we opschuiven naar de rechterkant, hoe groter de patiënten aantallen, hoe betrouwbaarder het resultaat en dus hoe smaller het interval. Dit in combinatie met de zwarte bol, die een voorziening weergeeft, zorgt voor 3 mogelijke scenario’s:
SCENARIO | UITLEG |
VOORBEELD RELATIEVE VIJFJAARSOVERLEVINGSKANS |
||
---|---|---|---|---|
1. Het resultaat valt binnen het predictieinterval. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een gele cirkel. |
Het indicatorresultaat voor deze voorziening kan niet als verschillend beschouwd worden van het gemiddelde indicatorresultaat voor Vlaanderen. | Deze voorziening scoort niet beter of slechter dan gemiddeld over Vlaanderen. | ||
2. Het resultaat valt onder het predictieinterval. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een rode cirkel. |
Het indicatorresultaat voor deze voorziening is kleiner dan het gemiddelde indicatorresultaat voor Vlaanderen. | In deze voorziening is er een lagere kans op vijfjaarsoverleving dan gemiddeld over Vlaanderen. | ||
3. Het resultaat valt boven het predictieinterval. Een voorbeeld wordt in de figuur weergegeven door middel van een groene cirkel. |
Het indicatorresultaat voor deze voorziening is groter dan het resultaat gemiddeld indicatorresultaat voor Vlaanderen. | In deze voorziening is er een hogere kans op vijfjaarsoverleving dan gemiddeld over Vlaanderen. |
Wat is een gecorrigeerde indicator?
Soms moet er een vorm van correctie toegepast worden op het resultaat. Dit gebeurt wanneer experten vinden dat het rapporteren van de ruwe data zorgt voor een onjuiste vergelijking tussen voorzieningen. Statistische technieken worden dan toegepast om de resultaten van verschillende voorzieningen met elkaar vergelijkbaar te maken. Voorbeelden hiervan zijn het corrigeren van het kankerstadium, het corrigeren voor type patiëntenpopulatie bij patiëntenervaringen, ... In de indicatorfiche wordt de wijze van correctie beschreven.